Ontgroei

Niets kan voor altijd groeien. Nou ja, het heelal schijnt voor altijd uit te dijen, maar als ik de experts mag geloven eindigt dat in een almaar groeiende, ijler wordende koude wolk van straling. Ook niet iets om naar uit te kijken, al schijnt het nog even te duren.

Maar op een kleinere schaal spreekt het voor zich: we leven op één planeet, met beperkte ruimte, beperkt water, beperkt land, enzovoort. Kunnen we dan altijd rijker en rijker worden? Is er een grens aan economische groei? Ik hoor deze vraag steeds vaker.

De Degrowth (ontgroei) beweging is, eh, groeiende, vooral onder studenten maar ook onder collega’s, en dan vooral die in de milieuwetenschappen en de sociale wetenschappen, als je de economen niet meetelt. Het is een huis met vele kamers: van klimaatwetenschappers die op grond van hun onderzoek concluderen dat onze huidige manier van leven niet houdbaar is, tot sociologen die altijd al met wantrouwen naar het kapitalisme keken. Met van alles er tussenin.

De ontgroeibeweging heeft ook veel kritiek op mijn vakgebied, de economie, die ik niet altijd terecht vind. Ik bemerk bij collega-economen dan ook vooral scepsis, om niet te zeggen vijandigheid. Ik snap dat wel. Ik moet me ook soms inhouden als ik zo’n ecomarxist hoor dreutelen dat kapitalisme niet zonder groei kan bestaan, of dat economen geen rekening houden met het milieu. Maar ik heb ondertussen geleerd in zo’n gesprek toch even mijn oordeel en mijn scepsis te parkeren, en open te staan voor wat ik van het gesprek kan leren. Al moet ik bekennen dat ik van Marxisten tot nu toe weinig geleerd heb.

Maar let op dat ik schrijf “niet altijd”. Sommige van de kritiek vind ik wel degelijk terecht. Het is vreemd hoe weinig economische tekstboeken voor de BSc en MSc over groei schrijven. Het wordt niet geanalyseerd, niet bekritiseerd, het wordt niet eens verdedigd. Eén van de meest gebruikte boeken, van Greg Mankiw, legt eventjes snel in een paar paragrafen uit dat we die groei nodig hebben om armoede te bestrijden, maar dat het met het milieu wel goed komt. Voor de rest? Ik kan me niet herinneren dat het in mijn eigen opleiding ooit is besproken. Het onderwerp van de zogenaamde milieukuznets, oftewel de observatie dat in veel landen milieuvervuiling eerst stijgt met economische groei en daarna daalt, is onderhand zo uitgemolken dat maar weinig economen er nog iets mee willen.

Maar we zullen wel iets met degrowth moeten. Die klimaatwetenschappers stellen terechte vragen: wat doen we als zulke strenge emissiebeperkingen nodig zijn dat veel kiezers een fors deel van hun welvaart verliezen? En ook als het alleen maar ongefundeerd gedreutel van een stel togasocialisten zou zijn, dan nog is het idee ondertussen zo populair dat we het gesprek aan zullen moeten gaan. Een medische faculteit kan zich ook geen stilte veroorloven als op de campus de homeopathie uitbreekt.

Dus economen, parkeer je oordeel, knijp je neus dicht, en ga die dialoog aan. Wie weet leer je nog iets.

Plaats een reactie