Vlak voor de val van het kabinet lanceerde Robbert Dijkgraaf, een D66’er notabene, de partij die zich altijd profileert als de onderwijspartij, een wetsvoorstel om universiteiten te verplichten hun BSc-programma’s voor minstens tweederde in het Nederlands aan te bieden. Met de val van het kabinet leek het plan onderin een la te verdwijnen, maar meerdere centrumrechtse partijen hebben het daar weer uit gehaald. Zo wil de VVD dat alle BSc programma’s verplicht in het Nederlands worden aangeboden, met een uitzondering voor de technische universiteiten; Pieter Omtzigt, wiens partij tot de favorieten behoort in de peilingen, stelt zelfs dat het volledige hoger onderwijs in het Nederlands moet.
Ik kom superlatieven tekort voor dit plan, maar mogelijke kandidaten zijn “krankzinnig”, “onuitvoerbaar”, en “wereldvreemd”. Al vind ik “van de pot gerukt”, “catastrofaal”, en “provinciaal” ook wel toepasselijk.
Ooit was het Latijn de taal van de wetenschap. Christiaan Huygens, één van de grootste wetenschappers in de Nederlandse geschiedenis, schreef bijna al zijn verhandelingen over onderwerpen als akoestiek, uurwerken, en sterrenkunde in het Latijn; wat hij niet in het Latijn schreef, schreef hij in het Frans, wat destijds in diplomatieke kringen de gangbare internationale taal was. Zijn beheersing van het Latijn en het Frans stelde hem in staat te corresponderen met beroemde tijdgenoten als Pascal, Fermat, en Newton. Als je in zijn tijd naar de universiteit wilde, dan ging je eerst naar de Latijnse school om Latijn te leren. De Nederlandse Republiek mocht dan een klein hoekje van Europa zijn, ingeklemd tussen grootmachten als het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, en het Habsburgse Rijk, politiek, economisch, en wetenschappelijk was het een grootmacht. En die macht verkreeg de Republiek door de blik naar buiten te richten, met internationale handel en correspondentie.
Later verdrong het Frans het Latijn. Na de Eerste Wereldoorlog beleefde het Duits een korte opleving als taal van de natuurkunde, maar sinds de Tweede Wereldoorlog vindt vrijwel het gehele wetenschappelijke debat in het Engels plaats. Wie mee wil tellen in de wetenschap zal het Engels moeten beheersen, of we dat nou leuk vinden of niet. In Scopus staan meer dan 81 miljoen wetenschappelijke artikelen in het Engels; 2,7 miljoen in het Duits; 1,5 miljoen in het Frans; iets minder dan een miljoen in het Spaans; en nog niet eens een zesde van dat aantal in het Nederlands. En van die groep hebben de meest geciteerde artikelen een tweetalige titel: in het Nederlands en in het Engels.
Wie Nederland tot een obscuur achterafstraatje in de stad van de wetenschap wil veroordelen, kan zich geen beter beleid voorstellen dan de onzalige taalpolitiek van NSC, VVD, en CDA.
Ha, dank voor deze blik! Dat had ik me vreemd genoeg nog niet gerealiseerd, die link tussen Latijn en Engels.
LikeLike