Het is blijkbaar niet eenvoudig om een buitenlandse bestemming te vinden voor een excursie met studenten milieuwetenschappen, zo vertelde mij althans de coördinator van een vak waar deze studenten gezamenlijk werken aan de oplossing van een milieuprobleem ergens in Europa. De studievereniging had geklaagd dat twee van de drie opties zo ver waren dat de reis praktisch alleen met het vliegtuig te doen is: hoe kun je dat rechtvaardigen in een opleiding milieuwetenschappen? Het volgende probleem diende zich aan toen voor het bestellen van de vliegtickets slechts twee opties beschikbaar waren voor het geslacht van de reiziger: man of vrouw. Schandalig, vonden veel studenten.
Ik vind het te gemakkelijk om je te verkneukelen om de jeugd van tegenwoordig. Ik begrijp hun zorgen over de gevolgen voor het klimaat van het vliegverkeer, en het is goed dat de universiteit een veilige omgeving is waar studenten de vrijheid hebben om niet alleen wetenschappelijke kennis te vergaren, maar ook zichzelf te leren kennen. Maar ik zie die veilige omgeving, waar iedereen je zorgen deelt over duurzaamheid en diversiteit, ook steeds verder afdrijven van de rest van de maatschappij.
Ik heb hier geen cijfers voor, maar ik heb het sterke vermoeden dat mijn generatie de laatste is waarvan een aanzienlijk deel ‘hoger’ is opgeleid dan hun ouders, of ‘theoretischer’, zo je wilt. Met zijn vele boerenzoons en -dochters is Wageningen daar lang een exponent van geweest, waar ik me als slagerszoon altijd thuis heb gevoeld. Wij leerden waar al die milieuregels voor nodig waren, maar we zagen thuis ook hoe ze ondernemers kunnen verstrikken in een web van onbegrijpelijke regels. Maar dat lijkt de laatste decennia te kenteren: nu mijn generatie zelf een academische opleiding heeft genoten, en vrijwel uitsluitend omgaat met academici in werk en vriendenkring, groeien onze kinderen op in een omgeving waarin alleen opa en oma hun inkomen met hun handen hebben vergaard.
En die afstand zie ik ook in de klachten over die excursie. Het begint al met het feit dat de meeste studenten juist het liefst naar die verre bestemmingen gaan voor hun excursie: die ene bestemming die met de trein goed te doen is laten ze links liggen. En als de geslachtsopties bij vliegmaatschappijen hun toorn wekt hebben ze in hun carrière nog een hoop onrechtvaardigheid te slikken.
Nu kun je zeggen dat universiteiten nou eenmaal de voorhoede van de samenleving vormen: wat nu nog een academische rariteit lijkt wordt ooit de standaard in heel de samenleving. Maar een dergelijke vermeende superioriteit impliceert ook dat die samenleving wel wat van de academicus te leren heeft, maar niet andersom. En mijn generatie heeft nou juist gezien wat er gebeurt als beleid gevormd wordt door mensen die heel hun loopbaan nog nooit iemand hebben ontmoet die met zijn handen werkt.
Daarom gun ik alle studenten een baan, desnoods een bijbaan, buiten die academische wereld. Ga borden wassen, verhuizen, vis sorteren, onkruid wieden, billen wassen. Er gaat een wereld voor je open.